Als een verkeersregelaar het verkeer op een kruispunt regelt, moet je altijd zijn of haar aanwijzingen opvolgen, zelfs als deze afwijken van de standaard verkeersregels of verkeerslichten.
Hier zijn een paar belangrijke punten om op te letten:
1.Stoppen en doorrijden – Volg de aanwijzingen van de verkeersregelaar. Als hij of zij je een stopteken geeft, moet je direct stoppen. Als je door mag rijden, doe dat dan vlot en veilig.
2.Oogcontact maken – Kijk goed naar de verkeersregelaar en wees alert op verdere instructies.
Niet afgaan op verkeerslichten of borden – De instructies van de verkeersregelaar gaan boven verkeersborden en verkeerslichten.
3.Rustig en voorspelbaar rijden – Voorkom plotselinge bewegingen en houd rekening met andere weggebruikers.
4.Extra opletten bij druk verkeer – Soms regelt een verkeersregelaar het verkeer bij wegwerkzaamheden, evenementen of ongelukken.
5.Blijf geduldig en let goed op je omgeving.